DYSCALCULIE

Dyscalculie heeft iets met rekenen te maken, maar is meer dan dat....

Dyscalculie is een rekenstoornis. Leerlingen met dyscalculie hebben een probleem met numerieke informatie. 

In ons dagelijks leven zien we zeer veel numerieke informatie. Denk maar aan huisnummers, bladzijden in een boek, prijzen in de winkel, verkeersborden,..

Als je getallen niet kan interpreteren, dan is het moeilijk om soms de boodschap te begrijpen. Dyscalculie heeft een grote impact op het dagelijkse leven. 

3 belangrijke criteria: 

Binnen dyscalculie kunnen we drie belangrijke criteria onderscheiden. Het is belangrijk dat de leerling aan alle drie de criteria voldoet alvorens men van dyscalculie kan spreken. 

1. Hardnekkigheid: 

Dyscalculie is didactisch resistent en niet voorbijgaand. Er is minimum 3 maanden intensieve remediëring gedaan alvorens er sprake is van dyscalculie. Een leerling met dyscalculie mag vorderen, maar mag de achterstand niet ingehaald worden. Anders is er sprake van een leerprobleem. 

2. Achterstand:

De leerling heeft een ernstige achterstand op één of meerdere rekendomeinen. De klinische score PC is kleiner of gelijk aan 10. 

3. Exclusief: 

De moeilijkheden zijn niet te verklaren vanuit een ander probleem. Anders is er spraken van een rekenprobleem in plaats van dyscalculie. 

Prevalentie: 

• +/- 5% van de Vlaamse kinderen is gediagnosticeerd met dyscalculie. 
• Het aantal is gelijk aan de hoeveelheid leerlingen met dyslexie. 
• Evenveel jongen als meisjes hebben dyscalculie. 

Erfelijkheid: 

• Er is een grote genetische risicofactor. 
• Ook omgevingsfactoren beïnvloeden het ontstaan van dyscalculie. Bv:  onze Nederlandse taal zorgt ervoor dat veel kinderen getallen omdraaien. 

Oorzaken: 

• Nog veel discussie omtrent dit onderwerp. Er is nog steeds geen wetenschappelijk consensus bereikt. 
• Er zijn veel mogelijke oorzaken en verklarende modellen. De nieuwste modellen bevestigen tekorten in de executieve functies. 
• Een verder onderzoek is zeker noodzakelijk. 
• DNA onderzoek is de toekomst. Er is hier een grote vordering in, maar het bevindt zich nog steeds in de beginfase. 
• In de hersenen hebben we een mental numberline (getallenlijn). Deze is verstoord bij leerlingen met dyscalculie. 

2 subtypes: 

1. Semantische geheugendyscalculie: 

Deze leerlingen ondervinden moeilijkheden met het vlot en juist ophalen van rekenfeiten uit het langtermijn geheugen. Men heeft problemen met de automatisatie (oproepprobleem).

• Problemen met temporekenen: tafels,...
• minder accuraat en trager in hoofdrekenen. 
• Problemen met arbitraire informatie: tellers, noemer,...
• Problemen met langtermijn geheugen. 

Bij 20 à 30% meer tijd krijg je vaak al betere resultaten. 

2. procedurele dyscalculie

Deze leerlingen ondervinden moeilijkheden met rekenprocedures. Bv: hoofdrekenen, cijferen, staartdelingen, brugsommen. 

Er bevinden zich moeilijkheden met langere stappenplannen en rekentaal. 

• Dit zijn problemen met het korttermijn geheugen. 
• Er is sprake van een overbelast werkgeheugen. 

Het gebruik van een opzoekboekje krijg je vaak al betere resultaten. 

3. VSLD (visuo-spatieel)

Deze kinderen hebben moeilijkheden met visueel- ruimtelijke taken. (vroeger NLD)

Er is nog geen empirische evidentie voor VSLD als subtype voor dyscalculie, maar in praktijk bestaan deze kinderen wel. 

Belangrijke nood: 

De subtypes worden niet onderscheiden van elkaar. Ze zijn ook niet verklarend. Maar soms is het handig om de subtypes als achtergrondinformatie te kennen, om zo problemen beter te begrijpen. 

Er is maar zelden een zuiver subtype, meestal is dit een mengvorm. 

Comorbiditeit: 

Er is een verhoogde kans dat leerlingen met dyscalculie ook een bijkomende stoornissen kunnen hebben. 

• dyscalculie + ADHD
• dyscalculie + DCD
• dyscalculie + dysorthografie

Kenmerken van dyscalculie

Druk op de onderstaande knop om de kenmerken te zien van dyscalculie bij leerlingen. 

Indien u wilt terugkeren naar de hoofdpagina 'rekenproblemen en stoornissen' of de startpagina dan kan u op onderstaande knop drukken.